Plaatsen DERIA vloerverwarming vanaf de bovenzijde

Hieronder staan instructies en tips voor het leggen van DERIA vloerverwarming vanaf de bovenzijde.

1) Vloerdelen verwijderen.

Doorzagen midden boven de vloerbalk met een cirkelzaag of bovenfrees heeft de voorkeur. Let wel op, dat de zaag of frees ingesteld is op de dikte van de vloerdelen, zodat niet in de vloerbalk gezaagd wordt.
Controleer vooral of er geen spijkers meer in de vloerdelen zitten.

Als er naast de vloerbalk gezaagd wordt, moet voor het terugplaatsen van de vloerdelen de vloerbalk verbreed worden met een extra balk, zodat de vloerdelen ondersteund worden.

Als u de vloerdelen later wilt terugplaatsen, is het belangrijk dat ze zo weinig mogelijk beschadigd worden. De eerste planken zijn het moeilijkst te verwijderen. Bekijk daarom goed, waar u de minste problemen verwacht.
Het maakt namelijk niet uit of u aan de kant of bijvoorbeeld in het midden begint. Het vooraf nummeren van de vloerdelen maakt het terugplaatsen wel een heel stuk makkelijker.

Wilt u later parket of laminaat aanbrengen, dan is het handig om tegelijkertijd de plinten en eventueel aanwezige neuten bij deurposten te verwijderen. Na het aanbrengen van het parket/laminaat kunnen daar bovenop de plinten en ingekorte neuten (minus dikte parket/laminaat ) teruggeplaatst worden.

Als het niet mogelijk is om vloerdelen te verwijderen, omdat er een vaste kast of iets dergelijks bovenop gebouwd is, moeten deze doorgezaagd worden.

2) Gaten in de vloerbalken boren volgens legschema.

De gaten (sleuven) moeten ruim genoeg zijn zodat de buizen vrij kunnen uitzetten en krimpen.
(Bij een temperatuurstijging van 70C wordt een 5m lange stalen buis 4 mm. langer en een koperbuis 6 mm langer.)

De onderkant van de buis moet 40 mm onder de vloerdelen liggen, zodat de lamellen goed aanliggen tegen de vloerdelen.

Aan één kant van de balken moeten ook gaten voor de retourleiding komen. De diameter van de gaten is niet van belang, zolang de buis niet klem zit in de balken. De afstand onder de vloerdelen is ook niet van belang. Voorkom echter dat het gat voor de aanvoer en retourleiding boven elkaar komen te liggen, waardoor de vloerbalk onnodig verzwakt wordt.

3) Warmte-isolatie aanbrengen

Indien er geen warmte-isolatie aanwezig is, kunt u PUR-isolatieplaten aanbrengen waarmee u tevens de buizen kunt ondersteunen. Overigens bent u vrij in de keuze van isolatiemateriaal.

PUR-isolatieplaten hebben de beste warmte-isolatie per cm. dikte, gevolgd door glas- of steenwol.

Bij verdiepingsvloeren is geluidsisolatie minstens zo belangrijk als warmte-isolatie. PUR-isolatieplaten geven ook de beste geluidsisolatie per cm. dikte, gevolgd door glas- of steenwol.

Let op voor kieren in het isolatiemateriaal. Door kieren gaat veel van het isolatie-effect verloren.

4) Verwarmingsbuizen aanbrengen

Verwarmingsbuizen verbinden d.m.v. bijvoorbeeld: Solderen, lassen, fitten, persverbindingen

Knel(klem)koppelingen kunnen uiteraard ook toegepast worden. Het is echter niet uitgesloten dat een dergelijke verbinding ooit gaat lekken. De koppelingen moeten dus goed bereikbaar zijn om aan te draaien

5) Verwarmingsbuizen aansluiten op de CV-installatie, alsof het een radiator is.

In de aanvoerleiding een (thermostaat) kraan monteren, eventueel met afstand voeler of bediening.
In de retourleiding een radiatorkraan (of voetventiel) om de vloerverwarming in te regelen of af te sluiten.

Net als bij een radiator moet er een mogelijkheid zijn om te ontluchten als de vloerverwarming hoger ligt dan de aanvoerleiding. Komen de aanvoer-/ retourleidingen van onderen, dan is een ontluchtingsmogelijkheid noodzakelijk.
Komen ze van boven, dan is een ontluchting niet nodig

6) Dichtheidstest

Om de verbindingen in de vloerverwarming te testen moet de installatie gedurende 6 uur afgeperst worden. Dit kan door middel van water of lucht, met een maximale druk van 6 bar.

Controleer of er geen onderdelen in de installatie zijn, die niet bestand zijn tegen de persdruk.
Bij twijfel is 2,5 bar een veilige persdruk.

7) Verwarmingsbuizen ondersteunen.

Door ondersteuningslatten aan te brengen, of de buis te ondersteunen met PUR-isolatieplaten, wordt de onderkant van de buis op 40 mm onder de vloerdelen gebracht.

8) Functietest

Zet de CV-installatie in bedrijf en controleer of de vloerverwarmingsbuizen warm worden. Dit is een circulatie test.
Zorg er voor dat de installatie ontlucht is.

Als de buizen niet warm worden, kan het zijn dat de aanvoer- en/of retourafsluiter dicht staan.

Als u gecontroleerd hebt dat beide afsluiters geopend zijn en de buizen nog steeds niet warm worden, zit er in de vloerverwarming teveel hoogte verschil, waardoor er lucht in de leiding blijft. Controleer dan of de buizen horizontaal liggen.

9) DERIA-verwarmingslamellen monteren.

Klik de lamellen op de verwarmingsbuis, met een tussenliggende afstand van 13 mm.
(7,5 lamellen per meter verwarmingsbuis).

10) Vloerdelen aanbrengen.

Vastschroeven i.p.v. spijkeren verdient de voorkeur. Spijkerverbindingen hebben eerder de neiging om te gaan piepen, als er over de vloer gelopen wordt.